EXPERIMENTS IN ART AND TECHNOLOGY

 Het LUMA in Arles pakt deze zomer, in een samenwerking met het Getty Research Institute, uit met de indringende retrospectieve: ‘Sensing the Future: Experiments in Art and Technology (E.A.T.)’. De eerste experimentele projecten van E.A.T.  vonden plaats in het midd  Arlesen van de vorige eeuw onder aansturing van Billy Klüver en Fred Waldhauer, twee ingenieurs van Bell Telephone Laboratories, op dat ogenblik het centrum van de wereld voor telecommunicatie. De kunstenaars Robert Rauschenberg (1925-2008) en Robert Whitman (1935-2024) stapten mee in het project dat tot doel had om een kunstzinnige interdisciplinaire technologie te ontwikkelen. 

Rauchenberg 'Dry Cel', 1963
 smartphoto New Reform

Rauschenberg en Whitman waren actief in de happenings en avantgardistische theater projecten en verkenden zo al nieuwe vormen van kunst die zich afspeelde buiten het klassieke circuit van galerijen, schilder- en beeldhouwkunst. Kunstenaars zoals Hans Haacke, John Cage, Andy Warhol, Steve Paxton, Öyvind Fahlström, Yvonne Rainer en Lucinda Childs , die zich in de experimentele fase van hun carrière bevonden, sloten zich aan. De meesten zijn vertegenwoordigd in het LUMA met authentieke documenten, films en installaties. 

Bij de bezoekers merk je de verwondering als ze teruggeworpen worden in een tijdperk dat kunstinstallaties tot uitvoering worden gebracht in functie van opnames die door de eerste telecommunicatie apparaten worden geregistreerd met beeld en geluid. Zo zie je Cage experimenteren aan een mastodont van een computer uitgerust met honderden instekers en knoppen met de bedoeling de computergeluiden te sonoriseren. De elektronische manipulaties gaan (uiteraard) nog niet zo ver als wat vandaag met AI mogelijk is, ze zijn eerder amateuristisch van aard, maar dat maakt deze tentoonstelling zo puur en echt. Men voelt de spreekwoordelijke hand van de kunstenaar die werkt in functie van de technologie terwijl nu de technologie wordt gebruikt in functie van het kunstwerk. Het is een kunstvorm die zich door de jaren heen verder heeft ontwikkeld en zonder twijfel in deze multimediale wereld een nog grotere toekomst heeft dan we vermoeden. De tentoonstelling maakt duidelijk dat het gebruik van multimedia meer is dan filmische projecties, al maakt film deel uit van het gereedschap. Met andere woorden, de ingenieurs en kunstenaars van E.A.T. waren hun tijd ver vooruit. Pure avantgardistische experimenten zijn het die behoren tot het erfgoed van de kunsthistorie. De zich snel ontwikkelende en veralgemeende kunstwereld van vandaag heeft nood aan deze duiding en dat heeft het vooruitstrevende LUMA goed in de gaten. Terugblikken is in sommige gevallen zelfs noodzakelijk om de grondvesten van een evolutie te ontdekken.

Whitman creëerde in 1966 de draagbare mini-installatie ‘Shopping Bag’, een klassieke papieren draagtas die supermarkten aanbieden om aangekochte waren in op te bergen. Bovenop de volgepropte tas krijg je in de vorm van een uitgelopen ei of een pannenkoek een beeldscherm waarin te zien is hoe de voedingswaren sudderend gaar gemaakt worden. Een openlijke kritische noot bij de consumptiemaatschappij die in volle ontwikkeling is maar door de filmbeelden (on) smakelijk herkenbaar echt is, met een knipoog naar de popart weliswaar. Van de andere pionier Rauschenberg hangt er een met gevonden voorwerpen in elkaar geknutselde wandsculptuur: ‘Dry Cel’ (1963), die in werking treedt als de bezoeker er tegen spreekt. Een sensor brengt dan een motortje op gang dat de wieken van een molentje in de sculptuur laat ronddraaien. Het moeten de eerste experimenten zijn geweest waarbij kunstenaars gebruikt maken van technologisch vernuft, zeg maar op dat ogenblik uitvindingen in de kunstwereld, om hun creatieve intenties vorm te geven.   

Klüver en Rauschenberg zijn in 1966 de initiatiefnemers van ‘Open Score, 9 Evenings: Theater and Engineering’ in New York.  Meer dan 10.000 toeschouwers wonen, verspreidt over 9 dagen, voorstellingen bij van Robert Breer, John Cage, Lucinda Childs, Ivan Dryer, Jean Dupuy, Öyvind Fahlström, Hans Haacke, Alex Hay, Deborah Hay, Marta Minujín, Peter Moore, Forrest Myers, Fujiko Nakaya, Steve Paxton, Yvonne Rainer, Rauschenberg, Lillian Schwartz, Harry Shunk & János Kender, Wen-Ying Tsai, David Tudor, Andy Warhol en Whitman. De indrukwekkende archiefbeelden laten zien hoe de kunstenaars experimenteren met de beschikbare technologische instrumenten zoals fotocellen, infraroodcamera’s, remote controllers, telex, transistors enzoverder, toestellen die voorheen nooit werden gebruikt voor kunstprojecten.    

De projecten van E.A.T. maakten zoveel indruk dat het Museum of Modern Art in New York besloot om in november 1967 een wedstrijd te organiseren voor kunstenaars die samenwerkingen met ingenieurs aangingen! De eerste prijs is gegaan naar de Franse kunstenaar Jean Dupuy (1925-2021) voor zijn interactieve sculptuur ‘Heart Beats Dust’. Als je de sculptuur in het LUMA wil uitproberen dan moet je een besloten ruimte, in het bijzijn van een medewerker, een hartslagmeter tegen je borst drukken en hoor je het bonzen van uw hart door luidsprekers knallen. Op de sculptuur zelf staat een glazen koepel waarin een stof van rood pigment op het ritme van de hartslag in beweging komt als een vorm van opspattend bloed. Het live gebeuren zorgt voor een bloedstollende ervaring.   

Andy Warhol 'Silver Clouds' 1966
smartphoto New Reform

Er zijn ook projecten van kunstenaars zoals Ivan Dryer die in 1972 een laserprogramma heeft ontwikkeld voor een planetarium in Los Angeles. Lilian Schwartz creëerde in 1968 in samenwerking met de ingenieurs van E.A.T. het computerprogramma: ‘The Machine As Seen at the End of the Mechanical Age’. Ze wordt beschouwd als de pionier van de computer gerelateerde kunst. Het werk bevindt zich een Dome waar de computer projectoren bedient die beelden uitzenden naar de wanden die als kinetisch worden ervaren. De aanwezigheid van Warhol wordt belichaamd door een reeks ballonnen in de vorm van kussens. De ‘Silver Clouds’, textuur vergelijkbaar met Scotchtape, voor het eerst getoond in 1966, zijn gevuld met helium en lucht waardoor ze zich constant bewegen in de ruimte als gevolg van de op dat ogenblik heersende temperaturen en bewegingen gemaakt door de bezoekers. Vergelijkbaar met de ritmiek van astronauten in hun ruimtecapsules.

Het internationale parcours van E.A.T. krijgt een bootst als ze in 1970 door Pepsi Cola worden uitgenodigd om hun paviljoen op de wereldtentoonstelling van Osaka in te richten. Bezoekers worden onder meer via een gang naar een met spiegels uitgeruste Dome geleid waar ze onderdompelt worden in laser projecties.

De tentoonstelling in het LUMA moet worden ervaren als een levend archief. Maquettes en planschetsen vullen aan. De collaboratieve samenwerkingen tussen kunstenaars en ingenieurs was en is een mijlpaal in de ontwikkeling van het kunstenaarschap. De beweging werd in den beginne wantrouwig bekeken als een overbodige stap in de kunstgeschiedenis maar blijkt uiteindelijk de basis te zijn van een evolutie waar we nu allemaal deel van uitmaken. 

Carsten Höller 'Seven Sliding Doors Corridor' 
smartphoto New Reform


Het LUMA heeft een patent genomen op het zichtbaar maken van collaboratieve samenwerkingen. De keuken van het restaurant (Drum Café), ingericht door kunstenaar Rirkrit Tiravanija, werkt op zonne-energie en de Belgische tuinarchitect Bas Smets heeft in het park een oase gecreëerd die teruggrijpt naar de oorsprong van het gebied waarin wij ons daar bevinden, de Camargue.  Kunstenaar Carsten Höller heeft een van wandelpaden uitgerust met de glazen sculptuur ‘Seven Sliding Doors Corridor’. Je gaat er, ten gevolge de verschillende zich traag openende schuifdeuren, schoorvoetend door en krijgt alle tijd om de planten die zich onder en naast u bevinden te bewonderen.

Ook vandaag kunnen samenwerkingen leiden tot verassende inzichten. Kunst is geen alleenstaand gegeven maar maakt deel uit van een samenwerkende gemeenschap die de maatschappij is of zou moeten zijn.

Roger D’Hondt

De tentoonstelling loopt tot 11 januari 2026.


Reacties