KUNST IS POLITIEK – POLITIEK IS NOOIT KUNST

 Het minste dat je van goede kunst kan verwachten is dat ze een weerspiegeling is van wat er leeft in de maatschappij. Het lijkt er op dat het politieke establishment meer en meer een bepalende rol gaat spelen in de beleidskeuzes van musea en kunstprojecten en dat heeft zo zijn effect voor kunstenaars die de maatschappij kritisch benaderen.

Het wordt niet met zoveel woorden gezegd maar de besparingen in de culturele sector slaan door en heel wat instellingen durven niet langer tegen de stroming in te varen die de politieke lading dekt. De bestuurlijke (lees politieke) overheid heeft een sterke troef in handen en dat merk en voel je in de reacties van de kunstinstellingen en de artiesten die zich eerder bewegen in de schaduw dan in de openbaarheid als ze stelling nemen over politieke beslissingen waarmee ze als burger niet akkoord gaan. Waar kunstenaars voorheen nog mobiliseerden tegen het gevaar van extreem rechts pakken ze nu zachtjes uit als het gaat over de genocide in Gaza. De Europese politieke bovenbouw, inclusief de regeringen in de verschillende landen, worden niet meer zo hardnekkig bekritiseerd als voorheen. Het kransje politieke beslissers wordt alsmaar kleiner en die hebben geen zin in het kritisch weerwerk uit de culturele wereld, ze leven met de G7 op een eiland ver van de realiteit. Van bekende kunstenaars die openlijk politieke partijen steunden omwille van maatschappelijke waarden, is nu nog maar weinig te merken. De symbiose tussen maatschappij kritische ingesteldheid en progressieve cultuur laat de politiek schijnbaar koud.

Mladen Stilinovic (1947-2016) 'An Artist Who Cannot Speak Englisch Is NO Artist'

Foto New Reform

In het kunsttijdschrift Metropolis M (NL) publiceerde eindredacteur Domeniek Ruyters op 2 januari een opmerkelijk opiniestuk waarin hij tot de vaststelling komt dat musea en andere kunstinstituten in Nederland het laten afweten als ze stelling moeten nemen over de gebeurtenissen in Gaza. Dat is in het verleden wel anders geweest. Het Stedelijk Museum in Amsterdam speelde vaak een belangrijke rol als drager voor kunstenaars die de maatschappelijke gewoontes doorkruisten met een subversieve aanpak en kritiek uitoefenden op de heersende bewindvoerders. Die progressieve standpunten inspireerden ondermeer fluxus kunstenares Yoko Ono  (1933) en John Lennon  (1940-1980) om hun protestactie tegen de Vietnam oorlog in de Hilton Amsterdam te houden (1969). Vandaag wenden de verantwoordelijken het hoofd af, meer nog, tijdens een recent publiek debat in het Stedelijk over deze houding, verklaarde directeur Rein Wolfs (1960) spijt te hebben dat ze destijds de Oekraïense vlag lieten wapperen. Volgens hem moeten kunstcentra buiten de politiek blijven! Het is een politieke tendens die zich helaas ook meester maakt van de maatschappij in het algemeen die de buik vol heeft van de denkbeeldige democratie. Het is een verontrustende tendens dat de culturele wereld zich niet laat horen in kwesties als Gaza. Voor Oekraïne, dat gesteund word door Europa, wapperden de vlaggen wel en doken in musea Oekraïense kunstenaars op die anders misschien die belangstelling niet zouden hebben gekregen.

Begin vorig jaar liepen de spanningen hoog op binnen het comité van deskundigen dat de nieuwe curator voor de Documenta16, een van de grootste hedendaagse kunstmanifestaties ter wereld, in de Duitse stad Kassel moet aanstellen. De oorlog in Gaza oriënteerde het Duitse politiek establishment in een positie waarbij alles wat Israël aanricht in Gaza wordt gedoogd. Dat zorgde voor spanningen in het comité toen bleek dat een van de leden Ranjit Hoskoté, een Indiase dichter en cultuurtheoreticus, lid was van pro Palestijnse BDS (Boycott, Divestment and Sanctions) beweging die oproept tot verzet tegen Israël met als doel het land te bewegen haar verplichtingen ten overstaan van mensenrechten na te komen in Palestina. Het politiek establishment greep in en de Documenta directie organisatie zag zich verplicht om Ranjit uit het comité te verwijderen met als argument “dat hij bij zijn aanstelling had gezwegen over zijn engagement”. Men gaat er blijkbaar van uit dat de comité leden politiek neutraal zijn, maar dat is een zeldzaamheid bij mensen met een maatschappelijk engagement zoals kunstenaars. Woorden als antisemitisme en genocide vielen tijdens de debatten die uitlekten in de pers waarop de politiek, gestoken als een wesp, reageerde door het voltallige comité naar de prullenmand te verwijzen. Een nieuw comité werd aangesteld dat eind december de afro Amerikaanse Naomi Beckwith (1976) presenteerde als curator van de Documenta16 in 2027. Tijdens de persvoorstelling werd ze als bijna vanzelfsprekend geconfronteerd met de voorgaande feiten en het antisemitisme in de gelederen van de kunstwereld. Beckwith, adjunct-directeur en curator van het Solomon R Guggenheim museum in New York, verklaarde dat antisemitisme niet zal plaatsvinden onder haar curatorschap maar dat provocerende uitdagingen van kunstenaars niet zijn uit te sluiten in deze mondiale kunstwereld. Meer dan ooit zal Documenta door de bril van de politiek anders worden bekeken waarbij de vraag zal reizen of de Bondsdag in Berlijn de vrije meningsuiting zal respecteren?

In 2017 weigerde Laura Raicovich, toenmalig directeur van het Queens Museum in New York, een jubileumviering voor het zeventigjarige bestaan van Israël te laten doorgaan in haar museum vanwege de houding van het land tegenover Palestina. Onder politieke druk van hogerhand stemde ze er toch mee in, om niet lang daarna alsnog het veld te moeten ruimen, na aanhoudende discussies over haar zogenaamde “activistische museumbeleid”. Ze werd verweten het museum met een politieke signatuur op te zadelen. Raicovich is er van overtuigd dat het museum een politieke ruimte is door bijvoorbeeld kunstenaars uit te nodigen die opkomen voor de sociale groepen die zich onvoldoende gerepresenteerd weten in de samenleving of maatschappelijke problemen aankaarten in hun voorstellingen. Ze schreef er een boek over ‘Culture Strike: Art and Museums in an Age of Protest’.

De geschiedenis staat vol van voorbeelden waarbij kunstenaars de politiek bekritiseren of het opnemen voor achtergestelde groepen. Neutraliteit is in kwesties zoals Gaza moeilijk te handhaven. Mensen, dus ook kunstenaars, maken keuzes en veruitwendigen ze. Politici laten zich vaak leiden door financiële en economische belangen, kunstenaars door gevoelswaarden.

In een opiniestuk (2022) naar aanleiding van Documenta15, kwamen de curatoren Aneta Rostkowska (1979) en Giulia Bellinetti (1987) tot het besluit: “Het is misschien niet zo zichtbaar aan de buitenkant van de kunstscène, maar veel actieve kunstwerkers zijn erg kritisch over het kunstsysteem, strikt genomen over de neoliberale ideologie die erachter zit. De huidige structuur van het kunstveld is een bijzondere historische uitvinding, die sterk verband houdt met het neoliberale stadium van het kapitalisme waarin het zich ontwikkelde”. Daarmee doelen beiden op het feit dat de kunstwereld tegenwoordig terminologieën gebruikt die zijn ontleend uit in de commerciële werelden. De kunstenaars worden nu makers genoemd en de musea ontvangen klanten, om nog maar te zwijgen van de curator, in Vlaanderen een vervelende boodschapper. Het zijn maar enkele voorbeelden uit het nieuwe lexicon dat zich van de kunstwereld heeft meester gemaakt en een nefaste invloed heeft. Hoewel veel culturele werkers zich ongelukkig voelen met deze situatie van onmacht, is er volgens  Anita en Giulia een wijdverbreide perceptie dat de status-quo van de kunstwereld het enige haalbare model is.

De revolutionaire wind die in de jaren 1960-1970 waaide is vandaag niet of onvoldoende aanwezig in de gelederen om een kenmerkende ommekeer te bewerkstelligen. Het kunstenaarsmilieu verliest haar eigenheid, ze heeft haar specifieke macht verloren. De vorige Documenta 15, bedoeld als een collectief project op zoek naar een nieuwe basisinhoud voor de kunstwereld, is voornamelijk door het politiek establishment en vertegenwoordigers van het neoliberaal gedachtegoed bekritiseerd en als onvoldoende bestempeld. Zo verhinderen ze de openbare zeggingskracht van kunstenaars, schrijvers en theatermakers.

Update

Documenta heeft zopas (3 februari) bekendgemaakt dat ze een nieuwe gedragscode heeft opgesteld met “respect voor het behoud van de menselijke waardigheid” en “voor het garanderen van de artistieke vrijheid “. Ze zeggen ook zich actief te zullen inzetten tegen het antisemitisme! Ze steunen hiervoor op een verklaring van de in Berlijn gevestigde intergouvernementele organisatie ‘International Holocaust Remenbrance Alliance’ (IHRA) die in academische kringen zeer omstreden is omdat hun definitie van het antisemitisme zeer ruim is opgevat. Kritiek op Israel of opkomen voor Palestina worden als zeer snel als ‘antisemitisme’ beschouwd. Duitse politici maken er gebruik van om het protest tegen Israel in de kiem te smoren. De vraag rijst nu wat de gevolgen zullen zijn voor de deelnemende kunstenaars en de vrije meningsuiting in het bijzonder tijdens Documenta in 2027. Binnen een 3 tal maanden maakt de curator haar inhoudelijke project bekend.

 

Reacties