JOSEPH BEUYS 100: KUNSTENAAR EN ACTIVIST
Beuys, archief New Reform |
geboortedag van Joseph Beuys (1921-1986) voor wie leven tussen en met mensen kunst op zich was. Hij domineerde de kunstscene in de tweede helft van vorige eeuw met vranke meningen over kunst en maatschappij en wordt beschouwd als toonaangevend voor generaties jonge kunstenaars. In de kunstpraxis die hij doceerde aan de kunstacademie van Düsseldorf ontwikkelde Beuys zijn ‘relativiteitstheorie’, een these die zich grondveste op de filosofie dat “iedereen een kunstenaar” is. Veel kunstenaars zijn met dit ‘booming’ effect opgestaan uit de vergetelheid. Zijn eigen oeuvre - tekeningen, sculpturen, assemblages en performances benoemde hij als ‘sociale plastic’ omdat ze te maken hebben met maatschappelijke en politieke context van zijn tijd. Beuys volgde een opleiding als beeldhouwer maar ontpopt zich tot een kunstenaar die met activistische ‘statements’ roet in het eten gooit van de traditionele kunstmarkt die drijft op pure handelswaar.
Het ‘Büro
für Direkte Demokratie’ maakt in 1972 deel uit van zijn inzending voor de Documenta
5 in Kassel, de vijfjaarlijkse hoogmis van de hedendaagse kunst. Er zijn 100
dagen lang quasi permanent discuties met de bezoekers over thema’s als : de
politiek van boven naar onder, de institutionalisering van het onderwijs, de
functieverwaarlozing van de vrouw, de normen toevertrouwt aan de economische structuren,
het privaatkapitalisme en het staatskapitalisme, zin van de arbeid, het christendom,
manipulatie ... en de functie van de kunstenaar in de maatschappij. Beuys
besluit dat de mechanismen die de maatschappijvormen domineren vervangen moeten
worden door de energie van het volk en dit de enige mogelijkheid is om de
wereld te veranderen.
Directe democratie, uitgave Proka, archief New Reform |
Ondanks de stijgende Amerikaanse interesse in zijn persoon en oeuvre zal het
lang duren vooraleer hij er mee instemt om in zijn functie van kunstenaar de VS
te “betreden”. Zijn afkeer voor de Amerikaanse politiek in Vietnam en de wijze
waarop kunst er “geconsumeerd” word zet hem er toe aan zijn bezoek steeds maar uit
te stellen. In januari 1974 kan hij niet weerstaan aan de vraag van zijn Berlijnse
galerijhouder, vriend en geestesverwant René Block die in New York een filiaal
heeft geopend. Hij gaat er gedurende 3 dagen in afzondering samenleven met een coyote
voor zijn performance ‘I Like America and America Likes me’. De coyote, een wolfachtig
roofdier, symboliseerde tijdens zijn performance de mentaliteit van de Amerikaanse
immigranten die er op gericht waren om de inheemse volkeren uit te roeien
terwijl Beuys er wil mee samenleven. Beuys zal ook samenwerken met de Ronald
Feldman Gallery waar hij ondermeer lezingen zal houden over zijn relativiteitstheorie.
Er wordt hem bij herhaling de vraag gesteld waar hij zijn kunstpraktijk plaatst in het brede spectrum van de hedendaagse kunst. In de optiek van Beuys is zijn kunstpraktijk aanwezig in al zijn ondernemingen: zijn onderricht als professor aan de academie; zijn organisatie voor directe democratie; zijn discussiegesprekken met de mensen; zijn kunstenaarschap; zijn privéleven, ze staan in zijn beleving allemaal op dezelfde hoogte. Ze maken deel uit van wat hij benoemt als zijn "sociale sculptuur”. Zijn levenswijze is een constante uiting van het creativiteitsproces dat zich binnen zijn persoon ontwikkelt. Het is zijn overtuiging dat dit proces ook bij alle andere mensen aanwezig is, ook bij hen die niet als kunstenaar aangewezen worden, maar dat die de energie van de creativiteit voor andere doeleinden benutten.
Joseph-Beuys7000-Eichendocumenta-7 1982foto: Dieter-Schwerdtle©Documenta-ArchivVG-Bild-Kunst Bonn-2021 |
Een
voorbeeld is de '7000 Eichen' die hij in 1982, naar aanleiding van de zevende
editie van Documenta, laat planten in de stad. De bomen moeten voor vergroening
zorgen, de lucht verontreiniging tegengaan, een lang leven leiden en bovenal
een ‘sociaal kunstwerk’ zijn waar alle burgers van Kassel mee aan kunnen
participeren door ze te helpen planten of de ruimte ervoor te vinden. Het
voorstel van Beuys, die mee aan de wieg stond van de Duitse groene partij, 'Die
Grünen', sloeg in als een bom. Enerzijds was het kunstwerk niet zichtbaar als reëel
kunstwerk, zoals men het in de kunstwereld
gewoon is, niet commercieel verhandelbaar en kon het uitgelegd worden als een ‘politiek
statement’ tegenover falende overheden. Beuys had als ondertitel voor zijn
project "stadtverwaldung statt stadverwaltung" genomen en dat viel
niet in goede aarde. Maar Beuys, die veel steun kreeg bij de milieubewuste inwoners
en door de progressieve kunstfans als een goeroe op de handen werd gedragen,
vond dit vergroening project belangrijker dan een kunstwerk op de maat der verwachtingen.
Twee van Beuys eiken staan tegenover de Fridericianum ingepland, het historisch
Documenta gebouw, met voor hun stam een in steen gegrifte tekst die verwijst
naar het project. Opmerkelijk is dat beide bomen niet tezelfdertijd zijn gepland,
de eerste in 1982 en de volgende pas in 1987.
De
‘7000 Eichen’ is een van de duurste kunstprojecten ooit van Documenta,
gefinancierd door de organisatie en privé donateurs die voor 500 DM (€ 256) een eigendomscertificaat verwerven.
Of de 7000 eiken effectief zijn geplant is onzeker. De Universiteit van Kassel
heeft de afwikkeling van het project op eigen initiatief in kaart gebracht en
gepubliceerd (2017). Beuys had in zijn inhoudelijke motivering gesteld dat het
de bedoeling was om met zijn ‘sociale sculptuur' de burgerzin aan te wakkeren. Het
feit dat de plaatselijke bevolking werd geacht in het project te participeren
heeft wellicht geholpen om het voorstel bij de plaatselijke politieke overheden
die sponsor zijn van de Documenta, verkocht te krijgen. Het voorstel stootte
echter ook op scepsis bij een deel van de bevolking die zich vooral bezorgd
toonde over de plaatsing van de bomen en de eventuele overlast. Sommige bomen
werden na hun aanplanting met gif vernietigd. Daar bovenop kwam ook nog de bureaucratie
een woordje meespreken. Voor het aanplanten van de 7000 eiken was een algemene planmatige
aanpak nodig, stedenbouwkundige vergunningen en bovendien is ook de periode
beperkt waarin men de bomen met succes kan en mag aanplanten. Men plant geen
7000 eiken in één keer. Deze voorzieningen waren niet aanwezig toen Beuys zijn
voorstel op tafel legde.
De
stedelijke groendienst en de gemeenteraad stonden ook al niet te springen voor
het avontuur. Zo zouden er 4 bomen worden gepland op het plein van de
gevangenis maar daar moest men dan extra letten dat ze niet misbruikt zouden
worden door de gevangenen. Bovendien zou aan de voet van elke boom een steen liggen
met de gegevens om het project te duiden. De 7000 stenen lagen een lange tijd
na de Documenta nog steeds opgestapeld op het plein voor het Fridericianum wat
het stadsaanzicht niet ten goede kwam. Ze bleken achteraf een drukkinsmiddel te
zijn voor de voorstanders van de finale uitvoering van het project want de stad
wou ze hoe dan ook weg van de mooie Friedrichplatz.
In
het begin plantte men de bomen overal waar plaats was vrijgekomen en niet meer
gebouwd zou worden of op braakliggende gronden. Maar vervolgens zou men vanaf
1983 ook in de straten gaan aanplanten maar dat hield dan weer in dat die
straten zouden moeten worden heraangelegd wat de kostprijs opdreef. In zijn voorstel
had Beuys ook aangegeven om eiken van het stamtype 'Basalt', afkomstig uit het
Eifelgebergte, aan te kopen en dat verhoogde dan weer de kostprijs vanwege het
transport. Maar uit de studie van Prof. Ariane Röntz blijkt een grote toegeeflijkheid
van de kunstenaar die stelde dat er in de plaats van eiken ook essen, linden en
andere bomen kunnen worden aangepland afkomstig uit het gebied Nordhessen, dichterbij
Kassel, met als doel de kosten nogmaals te drukken. Door deze toegeving is er
echter ook een soort van improvisatie ontstaan waardoor de verschillende
bomensoorten door elkaar zijn aangeplant. Er zijn ook geen afspraken gemaakt
voor de plaatsing van de gedenkstenen ten opzichte van de boomstam. Nu, zoveel
jaren later, zijn er ook al bomen die door ziekte moeten worden vervangen. De
vraag stelt zich of de zieke eiken moeten worden vervangen door bomen die beter
bestand zijn tegen het klimaat? Het Beuys project kan dus worden beschouwd als
een 'perpetuum mobile', een nooit eindigend project. Het blijft Kassel
bezighouden. Geen enkele van de volgende Documenta’s verwijst naar de evolutie
van het project en dat is opmerkelijk. Het gaat tenslotte om een ‘kunstwerk’
van een der iconen uit de Duitse kunstgeschiedenis van na de tweede
wereldoorlog. Uit het onderzoek van de Universiteit blijkt ook dat Beuys de
intentie had om zijn project wereldwijd te verspreiden, een tot op heden
vrijwel onbesproken element in het ‘Eichen’ project dat Beuys voor ogen had.
Roger D'HONDT
Reacties
Een reactie posten