MANIFEST VOOR HEDENDAAGSE KUNST IN HET LICHT VAN DE PLANETAIRE CRISIS.
Hervé Fischer zaalzicht Musée d'Art Moderne Ceret |
De Franse kunstenaar en filosoof Hervé Fischer (Bourg-la-Reine °1941) maakte in de jaren 70 furore met zijn beweging ‘Art sociologique’. Ze werd gedragen door een ‘statement’ waarin hij de klassieke schilderkunst zonder toekomst verklaarde. Hij publiceert er verschillende boeken over, verscheurde al zijn schilderijen en vraagt aan kunstenaars van over de hele wereld om hetzelfde te doen. Een groot aantal sturen hem kunstwerken die hij in stukken scheurt en hygiënisch verpakt. De collectie ‘verscheurde kunstwerken’ maakte in 2017 deel uit van zijn retrospectieve in het Centre Pompidou te Parijs. Hij positioneert zich met zijn acties openlijk tegen het materialisme in de kunstwereld en het ‘kunstwerk’ als het zoveelste ‘commercieel product’ van de consumptiemaatschappij. Hij vervangt zijn schilderijen door stempels en signalisatiepanelen die verschijnen in de straten van het quartier Saint Germain-des-Prés te Parijs en de rest van Europa met waarschuwingen over kunst als commercieel product en de vraag “wat is kunst”?. Hij installeert zich in galerijen en musea met zijn ‘Pharmacie Fischer’, voert er gesprekken met de bezoekers over kunst, en levert ze finaal een gesigneerd attest af met te nemen voorzorgmaatregelen bij het benaderen van kunst. Een ludieke actie met een fundamentele discussie over kunst als uitgangspunt.
In de jaren 80 vertrekt hij naar Canada waar hij samen met Ginette Major in Montreal de ’Cité des arts et des nouvelles technologies’ (1985) opricht. De kennismaking met deze wereld leert hem ook de planeet waarop we leven anders bekijken. Het milieu, de mondialisering, de economie, de rijkdom en de armoede beheersen zijn aandachtspunten.
Zijn terugkeer naar de schilderkunst wordt in 1999 een feit, hoewel… In een reeks tentoonstellingen, met het Centre Pompidou als voorlopig orgelpunt, presenteert Fischer werken onder de titel “Nouvelle Nature”. Ze tonen ons landschappen, stillevens, zelfportretten en zelfs klassiekers als ‘moederfiguur met kind’ onder de vorm van barcodes en grafische voorstellingen die men aantreft op productiegoederen en in analyses van de economische en financiële markten waarin de kunstwereld tegenwoordig gedijt. “De barcode is een nieuwe natuur in ons leven geworden, wij komen ze overal en altijd tegen. Wij leven in een numerieke wereld waaruit het sentimentele is verdwenen”, zo omschrijft Fischer zijn oeuvre. Zijn antwoord moet gelezen worden als een kritische analyse van de metamorfose die de kunst de voorbije 50 jaar heeft ondergaan als commercieel product.
Recent publiceerde hij een nieuw ‘manifest’ dat ik op zijn verzoek mee wereldkundig wil maken met een oproep aan kunstenaars en burgers die zich om de (kunst)wereld bekommeren om het te ondertekenen:
Manifest voor
hedendaagse kunst in het licht van de planetaire crisis.
Er
zijn analyses en modellen in overvloed om onze “waarden”; ons politieke bestel,
ons economisch, sociaal, ecologisch, cultureel, lokaal en planetaire beheer en
ons individueel gedrag te veranderen, om onze volksgezondheid, onderwijs en
handelspraktijken te heroverwegen en de burgermaatschappij te revaloriseren in
de logica van de regeringen en de politieke bestuurders. De opties zijn vaak
tegenstrijdige. Maar we moeten ook vaststellen dat er aan de kant van de
kunstwereld een oorverdovende stilte heerst waardoor zij de grote afwezige zijn
in dit concert van dringende oproepen tot maatschappelijke verandering. Ook op
het gebied van de kunst moet de "normaliteit" die ons naar deze
planetaire catastrofe leidde, radicaal worden herzien.
-Het
credo van de individuele creativiteit dat "alles kunst is", geïnitieerd
door Dada, Fluxus, happenings en de meest uiteenlopende installaties, heeft
zijn creatieve deugden gehad, dat valt niet te ontkennen. Maar deze extreme
vrijheid, die ons bevrijdde van de clichés en de alliantie tussen kunst en
maatschappij aanwakkerde bereikte, onvermijdelijk, net als het avant-gardisme
van de jaren zestig en zeventig een mate van individuele verzadiging, onzin en
uitputting van zijn expressieve mogelijkheden. Ze leiden vandaag het elitaire
publiek af en het grote publiek heeft er nooit van gehouden. Om nog maar te
zwijgen over het feit dat de wereld ondertussen aanzienlijk is veranderd, wat
vraagt om nieuwe artistieke uitdagingen.
-De
geglobaliseerde "kunstmarkt", die vaak betekenisloos en middelmatig
is, is gereduceerd tot een financieel product van speculatie in handen van een
paar extreem rijke verzamelaars, makers en tegelijk vernietigers van de kunst.
Ze zullen barsten als iriserende zeepbellen. Het is zelfs niet meer het
"zielsverwantschap" van het gedereguleerde kapitalisme dat het
aankoopbeleid bepaald, maar een vulgaire investering van prinselijke families,
vrijhavens en veilingen. Deze verbijsterende drift heeft de traditionele markt
van verzamelaars en galeries, die trouw waren aan de kunstenaars die zij op
lange termijn steunden, om zeep geholpen. Ze worden gereduceerd tot
ambachtslieden die hun esthetische ontdekkingen onderhandelen voor de nieuwe
rijken of, als ze liever authentieke ontdekkingsreizigers van de huidige
kunstwereld willen blijven, tot kleine marginale en ellendige zelfondernemers
in een wereldmarkt die hen negeert en reduceert tot bedelen voor de deuren van
culturele overheidsinstellingen en hun liefdadigheidsprogramma’s, als die er al
zijn.
-Vandaag
worden we geconfronteerd met een planetaire omwenteling die dit
"genormaliseerde" loslaten niet langer toelaat. De crisis, met zijn
onverzoenlijke paradoxen tussen economie, ecologie, volksgezondheid en respect
voor de mensheid, heeft ons opgesloten in een labyrint waaruit we geen uitweg
meer kunnen vinden. We moeten echter snel handelen om te overleven in deze
versnellende donkere draaikolk. In het licht van de planetaire gevaren heeft de
verticale spiraal van postmoderne filosofen alle geloofwaardigheid verloren.
Hoe kunnen ze ontkennen, zoals wiskundigen in de astrofysica ook volhouden, en
hoewel het wordt aangetoond in de geologie en in de menswetenschappen, dat de
krachtige singulariteit van de tijd in onze humane geschiedenis, onder de
creatieve spanning tussen entropie en negentropie breekt met herhaling,
selectie en darwinistische aanpassing, waardoor onomkeerbare verschillen
ontstaan. We moeten kunst en samenleving, die beide onafscheidelijk zijn,
heroverwegen om nieuwe kansen te grijpen in deze wereldwijde ontwrichting.
-Al
wat echt is, is fantastisch, alles wat fantastisch is is echt, maar je moet
weten hoe je de oplossingen kiest die collectieve hoop brengen en de giftige
hallucinaties vermijden die ons naar deze wereldwijde crisis hebben geleid die
nooit zal eindigen met zijn processie van menselijk lijden. We moeten daarom
een einde maken aan het cynisme van postmoderne berusting en aan de
onverantwoordelijkheid van het antropogene avonturisme, met de onbeduidende
dwaling van 'alles is kunst' en met de triviale drift van de ' kunstmarkt ”.
Kunst moet een begrip worden, we moeten ze een betekenis geven. Natuurlijk is
er geen vooruitgang in de kunst, maar kunst verandert de wereld.
- Uit het schandaal van deze crisis komt een
versterkte, hyperhumanistische onwetenschap naar voren dankzij de vermenigvuldiging
van digitale hyperlinks die ons in realtime op wereldschaal informeren en ons
de verplichting en de verantwoordelijkheid opleggen van een filosofische kunst
op zoek naar een planetaire ethiek, een technohumanisme in overeenstemming met
onze tijd, met respect voor de kracht en de kwetsbaarheid van de natuur, aandacht
voor het evenwicht tussen mens en natuur en voor de universele grondrechten van
de mens, inclusief onze diversiteit en meest kwetsbare bevolkingsgroepen.
Hervé
Fischer, mei 2020, Montreal.
Plaats
hier uw handtekening ter ondersteuning van dit manifest:
https://forms.gle/NGwtK8oZcueR7FeP6
Bij het schrijven van dit artikel las ik in Media Planet, (bijlage bij De Morgen 11/9) een ‘statement’ van kunstenaar Koen Vanmechelen in dat nauw aansluit bij de visie van Fischer:
“Kunst dreigt in onze maatschappij een populair instrument te worden dat enkel als ‘mooie’ decoratie dient en niet als teken aan de wand. Kunst moet de conflicten van onze maatschappij kunnen blootleggen, zodat het bijna functioneert als het Orakel van Delphi waar de dubbele mogelijkheden gezien worden. Het moet een levende maatschappij in vraag stellen. Het is dan ook ongehoord dat net in deze uitdagende tijden de cultuursector zo weinig steun krijgt. Dit is hét moment waarop cultuur moet spreken en we moeten hier allemaal samen onze verantwoordelijkheid in nemen”.
Roger D’Hondt
Reacties
Een reactie posten