KUNST VOOR DE BOL.COM GENERATIE
Springen in Stonehenge van kunstenaar Jeremy Deller, Middelheimpark 2018 (foto New Reform) |
Covid-19
zorgt voor een wervelwind in de kunstensector. Anders dan bij theater, muziek-
en dansvoorstellingen hebben musea en kunstgalerijen snel oplossingen verzonnen
om tentoonstellingen te blijven organiseren en dicht bij de mensen te brengen,
heel dicht zelfs, op uw smartphone of op het scherm van uw digitaal TV toestel.
Kunst is dan ook de meest economisch rendabele niche in de culturele sector en doet
er alles aan om de verkoop gaande te houden door de tentoonstellingen online
tot in de huiskamer te brengen. Misschien heeft het ook wel een toekomst.
Kunst
in de huiskamer gaat vandaag ver voorbij het pilootproject van Gerry Schum
(1938-1973), een Duitse filmmaker en oprichter van een videogalerie, die in de
jaren ’60 als allereerste kunst in de huiskamer binnenbracht met de productie
van videotapes (U - matic cassettes) of via de televisie uitzendingen bij de
Duitse zender WDR. Omdat het vaak om films gaat met eenmalige interventies door
kunstenaars worden de tapes voorgesteld als authentieke kunstwerken. Zijn
aanpak was revolutionair en zorgde zelfs voor een gedeeltelijke democratisering
van ‘het kunstwerk’ dat tot dan toe als ‘exclusief’ verzamelobject van
gefortuneerde eigenaars werd beschouwd. De verzamelaars schrokken zich een bult
uit vrees om hun privilege te verliezen. Het eigendomsrecht van kunst werd aangetast
en de financiële meerwaarde van de kunstactiva stond op het spel. Maar zo ver
is het niet gekomen, kunst werd opnieuw big business, ook de video’s van Schum
die zich op jonge leeftijd van het leven benam.
Betekenen
de recente wave aan online galeries,
musea en tentoonstellingen de definitieve doorbraak van de kunstdistributie via
het World Wide Web? Sommige
voorstellingen zijn immers zodanig uitgewerkt dat een bezoek aan de expo zelf
niet meer nodig is, tenzij u natuurlijk een aankoop wil doen, dan gaat u best
nog ter plaatse. Maar de previews van de tentoonstellingen of het onderzoek naar
de wegen die de beoogde kunstenaar heeft bewandeld kan je best vooraf aan de
keukentafel doen. In de galerie vergewist u zich dan van wat u digitaal hebt
waargenomen als uw voorkeuren. Je koopt geen vloertegels zonder ze vooraf te
hebben gekeurd of aangeraakt. Maar het zou wel eens kunnen dat de bol.com generatie
zich ook via deze weg een weg baant in de jungle van de kunstwereld. Overigens
zijn er al galerieën die zich in deze markt specialiseren.
De
digitale versies zijn anderzijds welgekomen voor diegenen onder ons die zich
geen toegangsticket tot de musea kunnen veroorloven of bevangen worden door
drempelvrees. Een toegangsticket kost al gauw 12 tot 25 euro. Het openbaar of
privé vervoer dat u naar het museum brengt kost ook al geld en in steden zoals
Gent en Antwerpen kan je met uw vlijtig en al die jaren goed onderhouden autootje
niet meer terecht. Voor een gezin met 3 al een fors prijskaartje. Zo gaat dat
nu eenmaal in een maatschappij die luistert naar de privatisering van de
welvaartstaat.
Openbare
musea, die grotendeels zijn opgericht met belastingsgeld, zouden in princiep
gratis toegankelijk moeten zijn. Maar OK er zijn ook heel wat gunsttarieven en
wij hebben het er voor over. Er zijn natuurlijk ook de experimenten van musea
die u ondermeer via Google Arts & Culture toegang verschaffen tot de
collecties. Zij zijn bedoeld als aantrekkingspool om uw nieuwsgierigheid te
wekken. Maar tegelijk zijn het ook goede alternatieven om de wereld van de beeldende
kunsten te ontdekken.
De
ontwikkeling van de digitale musea en galeries heeft nog een evolutie te gaan.
Er zijn presentaties die er uitspringen zoals die van de huidige Jan van Eyck
tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten in Gent waar je deskundig
gegidst wordt. Maar voor wat de galeries en kunstbeurzen betreft is de digitale
versie vaak het resultaat van een filmpje dat in zijn volle betekenis van het
woord voorbijgaat aan het kunstwerk.
Curatoren gezocht voor online tentoonstellingen.
Daarom
lijkt het mij noodzakelijk om een nieuw soort van curatoren in het leven te
roepen die tentoonstellingen opbouwen en van commentaar voorzien in functie van
de digitale versie. Een uitdaging die binnen afzienbare tijd werkelijkheid kan
worden door de versnelling die onder de invloed van Covid-19 is tot stand
gebracht. Overigens kunnen ook de galeries er economisch goed bij varen als ze
hun product goed kunnen aanbevelen. Ik verneem bovendien dat de minigaleries,
gevestigd in voorkamers en traphallen, die bij het begin van zowel de abstracte
als de conceptuele kunst – vb. The Kichen in New York en Ida Biard met haar
venster galerie in Parijs – hebben bestaan, aan een opmars bezig zijn. Zij
maakten het met hun beperkte infrastructuur mogelijk dat experimentele en vaak
onbekende kunstenaars hun werken hebben kunnen tonen aan het publiek zonder al
te veel investeringskosten. Digitalisering zoals wij die nu kennen was toen een
utopie maar is vandaag een werkelijkheid die ze kunnen aanwenden en waarvan ze
de vruchten kunnen plukken.
Roger
D’Hondt
Reacties
Een reactie posten